In hoofdstuk 2 worden de uitkomsten van het meerjarenbeeld samengevat. De mutaties die tot het actuele meerjarenbeeld hebben geleid worden toegelicht in hoofdstuk 3. Specifieke subcategorieën van de autonome mutaties zijn de mutaties coronamaatregelen en de Strategische heroriëntatie. Eerst wordt een totaaloverzicht van de mutaties gepresenteerd. Daarna worden de mutaties van € 200.000 of hoger nader toegelicht.
Belangrijke ontwikkelingen in de voortgang, accentverschuivingen in bestaand beleid of noemenswaardige wijzigingen die (nog) geen consequenties hebben op het resultaat worden benoemd in hoofdstuk 4. In dit hoofdstuk is ook het onderwerp rechtmatigheid opgenomen.
Hoofdstuk 5 betreft de voorstellen om incidentele budgetten over te hevelen naar 2023 en verder. Het gaat om budgetten die in het begrotingsjaar 2022 beschikbaar zijn gesteld voor de uitvoering van eenmalige activiteiten. De uitvoering van de betreffende zaken wordt niet afgerond in 2022. Door over deze overhevelingen te besluiten bij de vaststelling van de najaarsrapportage, zijn deze budgetten beschikbaar in 2023 en kan de uitvoering in dat jaar vervolgd worden.
De risico’s die de gemeente heeft gedefinieerd worden in hoofdstuk 6 geactualiseerd. Dit is een actualisatie ten opzichte van de Programmabegroting 2023-2026. Het gaat hier om de belangrijke risico’s die een negatief effect kunnen hebben op het bereiken van de gemeentelijke doelstellingen of risico’s die mogelijk een gevaar kunnen vormen voor het adequaat uitvoeren van de gemeentelijke taken.
Hoofdstuk 7 wordt gebruikt om de schuldratio’s te actualiseren en inzicht te geven in de ontwikkeling van deze ratio’s ten opzichte van de prognoses in de Programmabegroting 2023-2026.
De najaarsrapportage wordt afgesloten met diverse bijlages.
Voor de getallen in de diverse tabellen geldt dat een min (-) een nadeel is. Door het geautomatiseerd genereren van tabellen kunnen afrondingsverschillen ontstaan.