Najaarsrapportage 2021

Om een brede aanpak van interne veiligheid en weerbaarheid aan te jagen is aan een negental gemeenten een bijdrage verstrekt. Deze financiële impuls (€ 106.000) wordt gebruikt om integrale beveiligingsplannen te stimuleren en van elkaar te leren (bijvoorbeeld op het gebied van de veiligheid van personen en objecten, veilig en integer werken, informatiebeveiliging en de continuïteit van bedrijfsvoering).
Vanwege prioriteitsverschuivingen door de coronacrisis is de pilot integrale veiligheid nog niet volledig uitgevoerd. Dit zal in 2022 alsnog gebeuren.

Daar de implementatie van de nieuwe wet inburgering met een half jaar is uitgesteld worden de uitvoeringskosten (waaronder personele kosten voor de begeleiding van de inburgeraars) niet gemaakt. Deze worden wel gemaakt vanaf 2022. Het budget dat via de algemene uitkering reeds verkregen was van het Rijk voor de uitvoering wordt daarom overgeheveld naar 2022 en wordt besteed aan de verdere inrichting en taken van het nieuwe uitvoeringsteam.

In de Voorjaarsrapportage 2020 is voor het aanvragen en opstellen van energiescans van maatschappelijke accommodaties een incidenteel bedrag beschikbaar gesteld van € 75.000. Daarnaast is er voor de e-labels ook een incidenteel bedrag beschikbaar gesteld. De e-labels zijn uitgevoerd. Het geld voor de energiescans is nodig om het energieverbruik van de panden in onze maatschappelijke vastgoedportefeuille te inventariseren en daarmee vast te stellen wat de CO2 uitstoot van de portefeuille is. De gegevens vormen de basis voor het vaststellen van de CO2 reductie die op grond van de streefdoelen in de Routekaart Maatschappelijk vastgoed in 2030 en 2050 moeten worden gerealiseerd. In 2021 kan deze inventarisatie niet worden afgerond. Overhevelen van dit budget naar 2022 is noodzakelijk.

De planning voor de sloop van de noodlokalen is geactualiseerd. Hierdoor wordt een deel van het budget overgeheveld. Dit budget is volgend jaar in ieder geval nodig om twee noodlokalen van basisschool De Zwaan in Zwanenburg te slopen.

De rijksbijdrage voor de energietransitie is afhankelijk van de uitkomst van de lopende kabinetsformatie.De ambitie van het Klimaatakkoord uit het vorige kabinet blijft onverminderd staan. Sterker nog, de hogere ambitie die de Europese Unie heeft vastgesteld, kan zijn weerslag hebben op de inspanningen die wij als gemeente moeten realiseren. Op dit moment is onze ambitie gelijk aan die van het Rijk: in 2050 CO2-arme energievoorzieningen. Qua uitvoering volgen we slim. Dat betekent dat we de wettelijke taken tijdig proberen uit te voeren, van andere gemeenten leren wat de beste aanpak is en niet investeren in infrastructuur of energievoorzieningen van derden. In het kader van de ombuigingen is bij de voorjaarsrapportage gekozen om te temporiseren.

Het Programma energietransitie heeft op dit moment alleen (incidentele) middelen tot 2022. Doordat we zijn gaan temporiseren, kunnen we € 572.000 overhevelen naar 2022

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in mei 2021 bekendgemaakt dat de inwerkingtreding van de Omgevingswet is uitgesteld van 1 januari 2022 naar 1 juli 2022. Hierdoor is niet al het budget in 2021 benut. De invoering van de Omgevingswet betreft een meerjarige implementatie, waar incidentele budgetten voor beschikbaar zijn gesteld.

Belangrijke taken, met name de aanpak van jeugdoverlast, jeugdgroepen, ordeverstoringen in de openbare buitenruimte en andere (bestuurlijke) prioriteiten, werden de afgelopen anderhalf jaar vooruitgeschoven om zoveel mogelijk capaciteit beschikbaar te hebben voor de aanpak van de coronamaatregelen. Om de speerpunten te kunnen oppakken die zijn blijven liggen is het werven van tijdelijk vier extra bijzonder opsporingsambtenaren noodzakelijk. Hierdoor wordt de oplopende werkdruk door onder andere uitval op de buitengewoon opsporingsambtenaren verlicht en is team Handhaving en Toezicht beter in staat de door de coronamaatregelen vooruitgeschoven taken en bestuurlijke prioriteiten op te pakken. Het betreft hier incidentele middelen die bij de Voorjaarsrapportage 2019 voor 2020 beschikbaar zijn gesteld. Deze zijn bij de Najaarsrapportage 2020 overgeheveld naar 2021. Nu wordt voorgesteld de middelen naar 2022 over te hevelen.

In 2021 moeten structurele keuzes worden gemaakt in het kader van Digitale dienstverlening en IT-innovatie. In 2021 is ‘de keten van de ontwikkelstraat’ geëvalueerd, alsmede het GEO-loket. In 2022 wordt gekeken hoe de ontwikkelstraat en het GEO-loket structureel formatief ingebed kan worden binnen de gemeente, afhankelijk van de te maken keuzes. Wanneer besloten wordt dat de ontwikkelstraat intern ontmanteld wordt en meegelift wordt op een initiatief waarin meerdere gemeenten samenwerken, dan zullen daar in 2022 en 2023 extra middelen voor nodig zijn als overgangsjaren.
Daarnaast treden in 2022 en 2023 de wetten Digitale Overheid, Wet Elektronisch Bestuurlijk Verkeer en de Europese Single Digital Gateway in werking. Hiervoor moeten aanzienlijke delen van het krediet en exploitatiebudget Digitale Dienstverlening ingezet worden. Het gaat dan om producten die in samenwerking met andere gemeenten ontwikkeld worden.
In 2021 hebben wij door de coronacrisis alle zeilen moeten bijzetten. Daarom is het niet gelukt de bovenstaande ontwikkelingen in 2021 te realiseren. Om bovengenoemde te kunnen realiseren in 2022 is het noodzakelijk om € 500.000 vanuit het exploitatiebudget door te schuiven naar 2022.

Vanwege de coronamaatregelen zijn opleidingen en cursussen, die gepland stonden voor 2021, uitgesteld. Dit betreft opleidingen om te komen tot bredere inzetbaarheid van medewerkers en een kwaliteitsimpuls, waarvoor incidenteel budget beschikbaar was gesteld voor 2020 en dat bij de Najaarsrapportage 2020 is overgeheveld naar 2021. Om vakinhoudelijke cursussen te kunnen blijven aanbieden is geïnvesteerd in een e-learningpakket voor Burgerzaken. Volgend jaar onderzoeken we de mogelijkheden om het contract met de leverancier van het e-learningpakket te continueren. Medewerkers van burgerzaken kunnen op deze manier hun kennis over de verschillende onderwerpen veilig en plaats- en tijd onafhankelijk, verbreden en verdiepen (en dus coronaproof). Om dit mogelijk te maken wordt voorgesteld het niet aangewende deel van het opleidingsbudget 2021 over te hevelen naar 2022.